Geachte Anton van Hooff,
Sommige classici zijn blijkbaar blijven hangen in de oudheid, maar de meeste andere Nederlanders leven tegenwoordig in 21ste eeuw. Wij maken vrijwel dagelijks gebruik van het internet, waarop ook - en helaas - Uw opiniestuk 'Recht op terugkeer' uit De Gelderlander is te vinden. Via digitaal vernuft als een Google Alert kan men zelfs via e-mail dagelijks op de hoogte worden gehouden van krantenartikelen over bijvoorbeeld Israël. Via deze hightech methoden had U ook rap kunnen achterhalen dat Ratna Pelle en ik goed bevriend zijn en samen een website hebben over het Midden-Oosten conflict. Zij woont in Nijmegen en wees me op Uw schandalige stukje in De Gelderlander, daar is geen geheimzinnige, door CIDI aangestuurde Zionistische lobby voor nodig.
In plaats van in te gaan op de kritiek in mijn ingezonden brief, doet U in Uw reactie nog een schepje erbovenop met verdachtmakingen naar de briefschrijver en door Israël neer te zetten als schurkenstaat en aanstichter van antisemitisme. En dan vindt U het vreemd dat U voor antisemiet wordt uitgemaakt?! Ik denk dat er weinig mensen rouwig om zullen zijn dat U 'niet kunt meedoen' aan herdenkingen van de Shoah. Uit Uw schrijfsels spreekt een haat die ongezond is en overigens ook niet bepaald goed voor Uw reputatie. Het mag verdacht heten dat U - en met U velen anderen, ik noem maar een Justus van Oel en Jan Wijenberg - zo'n haat tentoonspreid voor de enige Joodse staat. Zeker is er van alles mis daar, maar dat verbleekt bij echte 'schurkenstaten' als Noord-Korea, China, Birma, Soedan, Zimbabwe, Iran, Syrië, enz.
Voor de oorlog werd er openlijk geschreven over de bedenkelijke praktijken en te grote welvaart en invloed van de Joodsche bevolking en het 'wereldjodendom'. Tegenwoordig mag dat in het Westen niet meer, maar nu is het Israël en de pro-Israëllobby en haar sinistere machinaties waarop alle laster en verdachtmakingen zich richten.
Er is weinig geheimzinnigs aan wat ik doe: mijn naam in combinatie met het woord Israel geeft 1.000 hits op Google. Dan zie je gelijk dat ik het CIDI of de ambassade helemaal niet nodig heb in de 21ste eeuw; ik werk rechtstreeks samen met Zionisten in Israël!
Ik sta voor vrede door compromissen van beide kanten in het conflict, maar het zijn vooral lieden als U die maken dat ik de meeste tijd moet verdoen aan het op te nemen voor Israël en voor de Joden. Want als het U ontgaan is: in Uw venijnige stukje valt U niet alleen Israël aan, maar ook een organisatie van Joodse vluchtelingen.
Mijn verlengstuk in Nijmegen liet me weten dat U Uw verdachtmakingen ook in De Gelderlander geplaatst hebt weten te krijgen. Die regionale kranten plaatsen ook maar alles, betamelijk of niet! Het zal U verheugen dat Uw brief ook een plaatsje krijgt op mijn weblog, met dit antwoord erbij.
Wouter Brassé,
Sittard
_____________________
De ingezonden brief naar De Gelderlander waaraan ik deze reactie te danken had:
Re: Recht op terugkeer
Voor een historicus weet Anton van Hooff de geschiedenis behoorlijk geweld aan te doen in de Gelderlander van afgelopen dinsdag.
Wie de Palestijnen verwijt dat zij in 1947 een oorlog tegen de Joden waren begonnen, en daarmee hun eigen verdrijving tenminste deels aan zichzelf te wijten hadden, krijgt steevast het verwijt van 'blaming the victim'. Van Hooff presteert het echter het om de Joden die uit Arabische landen moesten vluchten aan te wrijven dat zij het allang best vonden om hun land te verlaten en stonden te trappelen om naar Israël te emigreren. Het is het equivalent van het slachtoffer van een verkrachting voorhouden dat ze het allang lekker vond om eens een beurt te krijgen. Walgelijk!
Feit is dat de Joodse gemeenschappen in de Arabische wereld van oudsher een tweederangs positie hadden, en de opkomst van natiestaten beloofde hierin niet direct verbetering te brengen. In Egypte bijvoorbeeld werd 85% van de Joden al in de jaren 1920 uitgesloten van het staatsburgerschap, en vonden begin jaren '40 de eerste pogroms plaats. In 1947 werd wettelijk bepaald dat nog maar 10% van de werknemers van bedrijven uit niet-Egyptenaren mocht bestaan, waardoor veel Joden hun baan verloren. In 1948 kwamen tientallen om bij bomaanslagen en rellen, en werden honderden opgepakt en hun bezittingen in beslag genomen. Tot midden jaren '50 vertrokken zo'n 34.000 Egyptische Joden naar Israël met achterlating van hun bezittingen. Na de Suez Oorlog van 1956 werden bijna 25.000 Joden uit Egypte verbannen en hun bezittingen geconfisqueerd. Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 werd het merendeel van de 15.000 overgebleven Joden het land uit gezet, sommigen na maandenlange gevangenschap, mishandeling en marteling.
Overigens koos bijna een kwart van de Joodse vluchtelingen uit de Arabische wereld Europa of Amerika als nieuw thuis, waarmee al duidelijk moge zijn dat het niet louter een zaak was van "grif ingaan op de uitnodiging om 'terug te keren' naar hun staat". Anders dan de Palestijnse Arabieren had het gros van de Sefardische en Mizrahi Joden part nog deel aan het Arabische conflict met Israël. Evenals de meeste Europese Joden werden ze pas Zionist door hun vervolging.
Wouter Brassé,
Sittard