Laatste
wijziging 29 september 2010
Ik hoop nog eens naam te maken als
genealogisch auteur, maar mijn pennevruchten zijn nog zeer bescheiden.
Hieronder enkele stukjes die in het Hamers Bulletin
hebben gestaan, eentje in Gens
Nostra en eentje uit het Limburgs
Tijdschrift voor Genealogie over aliasnamen. Dit laatste artikel is
wellicht het leerzaamste, maar ik kreeg de computer niet zover om de eindnoten
ergens anders te plaatsen dan onderaan, dus heb ik het bijbehorende artikel ook
maar onderaan geplaatst.
1. AFSTAMMINGSREEKS TOON HERMANS
VAN EEN FAMILIE HAMERS TE SCHINNEN
*)
2. DE OUDERS VAN GHIEL HAMERS (X ca 1650 PETGEN PIJLS) - een
vervolg
3. EEN DOCHTER VAN JAN HAMERS EN MEIJKEN SCHOUTELEN:
CATHARINA HAMERS GEHUWD JOANNES SMAELEN
4. DE BETEKENIS VAN DE
FAMILIENAAM BRASSÉ
*) Zie Genwiki
Limburg voor een volledige kwartierstaat
van Toon Hermans en voor een kwartierstaat van de Heilige Pater
Karel Houben
------------------------------------------------------------------------------------
AFSTAMMINGSREEKS VAN ANTOINE GERARD THEODORE HERMANS
Het overlijden van de bekende cabaretier Toon Hermans in april 2000 kon het
Stadsarchief Sittard moeilijk zijn ontgaan. Dagenlang liep de vaderlandse pers
bij ons de deur plat met vragen om informatie over de afkomst van deze
beroemdste (oud-)Sittardenaar. Enkele maanden voor zijn overlijden had ik de
heer Hermans nog een exemplaar van het boek "Sittardse cultuurdragers" toegestuurd, waarin hij toen nog de
enige in leven zijnde beschreven persoon was. Dit boek was al bij de
presentatie uitverkocht, maar alle journalisten en vele burgers wilden
fotokopieën van het hoofdstuk over Toon,
dat handelde over zijn Sittardse jaren en het begin van zijn carrière.
Hoewel dat meestal niet direct bedoeld wordt met "vragen over zijn
afkomst", kwam ik al snel na zijn overlijden op het idee om een
kwartierstaat van hem op te stellen, o.a. om te zien of en waar ik aan hem
verwant was. Al snel bleek dat een overgrootmoeder van Toon, evenals mijn eigen
moeder, stamde uit het Merkelbeekse geslacht Cuijpers (zie ook "Het Brunssumse geslacht Hamers"
deel 2, pag. 81-86). De lijnen kwamen echter pas in de 9de/7de parentatie
bijeen en langs een andere lijn was ik al in de 9de/6de parentatie aan hem
verwant.
Zoals wel vaker nadien, bleek N.A. Hamers me voor te zijn geweest: in de
eerstvolgende Gens Nostra (juni 2000)
stond een kwartierstaat van zijn hand van Toon Hermans, die al een herdruk was
uit de jaren 70.
Toen ik enige tijd terug de Hamers
Bulletins doornam, die in onze bibliotheek beschikbaar zijn, trof ik een
oproep aan in Bulletin 16/00 pag. 72, om aan te tonen dat Toon Hermans ook een
echte Zuid-Limburger was, door een Hamers in zijn kwartierstaat te vinden.
De volgende afstammingsreeks heeft dan ook mede tot doel om voor één keer
Nico Hamers voor te zijn!
Verder wil ik niet dat de Hamers Vereniging onder doet voor de
Familievereniging De La Haije, die ook van mening was dat echte Zuid-Limburgers
een De La Haije in hun kwartierstaat hebben, en al in
Ik heb niet alle kwartieren van Toon Hermans zo ver opgevoerd, maar ik acht
de kans zeer klein dat een lager nummer nog bij een Hamers zou uitkomen. De
hieronder gepresenteerde Catharina Hamers is zijn kwartiernummer 139. Nummer
144, Henricus Schurgers, was overigens weduwnaar van Anna Hamers uit
Munstergeleen, maar dat telt uiteraard niet.
De hier volgende Hamers-lijn heb ik afgeleid uit de kerkregisters van
Schinnen, en aangevuld met gegevens die ik in het Hamers Bulletin en in de kwartierstaat van H.C.J.M. Kreijns (editie
1998) vond. Zie voor generatie III t/m V mijn artikel verderop.
Wil Brassé,
Sittard 22 februari 2003
AFSTAMMINGSREEKS
VAN ANTOINE GERARD THEODORE HERMANS
I Lambert (Lemmen) Hamers. Hij woonde ca.
1580 te Neerbeek. Zijn vader was Willem Hamers, die ca. 1550 te Neerbeek
woonde. Lemmen had minstens 1 broer. H.C.J.M. Kreijns noemt als vader van
Willem weer een Lemmen Hamers.
Tr. voor 1574
Catharina (Trijncken) Nuchelmans. Zij was eerder gehuwd
geweest met Herman, zoon van Geurt (Hermans) van Spaubeek.
De afstamming van zoon Jan werd in het Hamers Bulletin
later weer betwijfeld, Kreijns handhaafde hem wel. Als dochters vermeldt hij
Anna gehuwd Gelis Custers (3 kinderen te Geleen gedoopt) en Sibilla.
II Joannes (Jan) Hamers (Nucheljans, van
Nirbeeck), landbouwer, overl. Geleen (Neerbeek) 15-10-1654.
Tr. 1598-1599
Maria (Meijken) Schouteten, verm. overl. Geleen
(Neerbeek) 29-11-1661, "Meijken Hamers"? Dochter van Willem
Schouteten.
Uit dit huwelijk stammen 6 dochters en 8 zonen.
III Lambertus (Lemmen) Hamers (Nuchelmans),
geb. 1600-1605?, overl. Geleen (Neerbeek) 07-02-1674, tr. (2) ca. 1633 Jen
Dassen alias Heijnemans, waaruit nog 3 kinderen gedoopt.
Tr. (1) voor 1628
Agatha Gielen (Peters), geb. 1590-1605?, overl. Schinnen
02-12-1631 "uxor Lamberti Haemers" (in het kraambed gestorven).
Uit dit huwelijk staan te Schinnen 3 dopelingen
ingeschreven, de eerste onder de naam Nuchelmans.
IV Michael Hamers (Gielen), ged. Schinnen
12-11-1628 (vader bij doop Nuchelmans), verm. overl. Schinnen 18-04-1686
"Michael Hamers"?
Tr. voor 1651
Petronella Pijls, geb. 1620-1630, overl. Schinnen (Puth)
08-08-1705, mogelijk ged. Schinnen 04-02-1626 “Petra”, dochter van Joannes
Pijls en Sophia Pesch?
Uit dit huwelijk staan te Schinnen 6 dopelingen
ingeschreven, de eerste onder de naam Gielen, verder verm. nog een dochter
Agatha.
V Catharina Hamers, verm. ged. Schinnen 13-07-1664 (geen naam
ingevuld), overl. Schinnen (Puth) 26-10-1735.
Tr. kerk Schinnen 02-11-1687
Paulus Meijers, geb. ca. 1660, overl. Schinnen (Puth)
10-02-1746, waarschijnlijk een zoon van Daniel Meijers en Cornelia Baggen.
Uit dit huwelijk staan te Schinnen 6 dopelingen
ingeschreven.
VI Cornelia Meijers, ged. Schinnen
20-11-1695, overl. Schinnen (Sweikhuizen) 31-08-1767, begraven 2 september.
Tr. kerk Schinnen 27-10-1715
Wilhelmus Kisters, ged. Schinnen 19-05-1693, overl.
Schinnen (Sweikhuizen) 07-03-1761, begraven de 9de, zoon van Martinus Kisters
(Kijsters) en Paschasia (Peusken) Demacker.
Uit dit huwelijk staan te Schinnen 6 dopelingen
ingeschreven, maar waarschijnlijk waren er meer kinderen (een aantal pagina's
uit het doopregister ontbreekt).
VII Joannes Kisters, geb. Sweikhuizen, ged.
Schinnen 06-01-1731, overl. Schinnen (Sweikhuizen) 03-05-1816.
Tr. kerk Schinnen 08-10-1765
Elisabeth Erckens, ged. Schinnen 12-10-1736, overl.
Schinnen (Sweikhuizen) 06-02-1810, dochter van Joannes Erckens en Maria Mevis,
beiden uit Spaubeek.
Uit dit huwelijk werden te Schinnen 5 kinderen gedoopt,
waarvan 2 jong gestorven.
VIII Anna Maria Kisters, ged. Schinnen 27-07-1772, overl. Munstergeleen 23-05-1848.
Tr. Munstergeleen 03-10-1798 (12 vendémiaire VII), tr.
kerk Munstergeleen 09-10-1798
Joannes Hermans, landbouwer, ged. Munstergeleen
02-12-1765, overl. Munstergeleen 30-04-1832, zoon van Petrus Hermans en Helena
Webers, beiden uit Munstergeleen.
IX Jan Pieter Hermans, (hoofd)onderwijzer,
geb. Munstergeleen 28-06-1800, ged. Munstergeleen 28-06-1800, overl.
Munstergeleen 20-09-1868.
Tr. Munstergeleen 05-05-1827
Maria Sibilla Schurgers, geb. en ged. Munstergeleen
19-01-1802, overl. Munstergeleen 15-01-1882, dochter van Joannes Michael
Schurgers en Maria Gertrudis Lebens, beiden uit Munstergeleen.
X Pieter Casper Hermans, hoofdonderwijzer,
geb. Munstergeleen 08-08-1831, overl. Munstergeleen 15-02-1907.
Tr. Bingelrade 14-11-1865
Anna Elisabeth Vroemen, geb. Merkelbeek 25-10-1842,
overl. Munstergeleen 03-06-1896, dochter van Jan Joseph Vroemen uit Geleen en
Maria Mechtildis Kuijpers uit Merkelbeek.
XI Jean Baptiste Nicolas Hermans,
notarisklerk, reiziger, assuradeur, bankdirecteur, koopman, geb. Bingelrade
09-09-1881, overl. Sittard 24-04-1928.
Tr. Sittard 14-10-1913
Maria Elisa Josephina Dullens, geb. Sittard 21-09-1890,
overl. Sittard 17-02-1967, dochter van Joannes Theodorus Dullens uit Born en
Elisabeth Clemens uit Sittard.
Volgens persoonskaart hadden zij 5 zonen, waarvan 1 jong
gestorven.
XII Antoine Gerard Theodore (Toon) Hermans,
cabaretier, geb. Sittard 17-12-1916, overl. Nieuwegein 22-04-2000.
Tr. Amsterdam 5-12-1946
Maria Christina Weijtboer, geb. Amsterdam 16-1-1925,
overl. Utrecht 25-11-1990, dochter van Christiaan Johannes Weijtboer en Louisa
Geertruida van Dijk.
---------------------------------------------------------------------------------------------
DE OUDERS VAN GHIEL HAMERS (X ca 1650 PETGEN PIJLS) - een
vervolg
Vanuit mijn ambitie om de gehele bevolking van Schinnen
uit de 17de en 18de eeuw in kaart te brengen, heb ik enige tijd geleden alle
Hamers Bulletins doorgenomen, om te zien wat er al bekend was over de vroege
Hamers families te Schinnen. Mijn onderzoek beperkt zich uit praktisch oogpunt
in eerste instantie tot de kerkregisters en reeds gepubliceerde gegevens.
Een groot voordeel van een hele parochie analyseren is
dat aliasnamen makkelijker op te
sporen worden, een verschijnsel dat vaak onderschat wordt en dat zeker in de
17de eeuw nog volop voorkwam. Zo treft men te Schinnen het huwelijk van Andreas
Hamers en Judith Gielen aan onder Andreas Penris
(de naam van zijn moeder) en het overlijden van Maria Helgenborn gehuwd
Hermanus Dieteren onder Maria Hamers,
waarschijnlijk ook de naam van haar moeder (Mechtild Hamers alias Schatjans). Debeth, Mevis en Wincken Wijnen uit Krawinkel-Geleen
werden aanvankelijk ook als Loens
vermeld, vermoedelijk naar de roepnaam van hun vader Loijen Wijnen, die in 1622
te Krawinkel overleed. Lisken Hamers uit Munstergeleen, die te Geleen met
Wincken Loens uit Krawinkel trouwde,
is dus identiek aan Elisabeth Hamers "die
hausfrau von Weinken Weynen", waarvan het grafkruis in Hamers Bulletin
12/96 pag. 66 beschreven werd.
Deze aanvullingen op de Hamers genealogieën onder het mom
van voorbeelden gegeven hebbende, kom ik op het eigenlijke onderwerp van dit
artikel...
In het oorspronkelijke artikel met dezelfde titel, door
P.J. Coumans en wijlen M.P.H. Hamers (Hamers Bulletin 12/96 pag. 17-20) zijn
namelijk twee belangrijke Hamers-dopen te Schinnen over het hoofd gezien, omdat
ook deze onder aliasnamen staan ingeschreven. Ze zijn echter zeer verhelderend:
1628: 12 novembris baptisatus est Michael filius
Lamberti Nuchelmans et Agathae
Peters conjugum. Susceptores Wilhelmus Haemers et Gertruidis Meuters.
1651: 15 januarii baptisatus est Joannes filius
Michaelis Geelen et Petronellae
Pijls conjugum. Susceptores Mattheus Schutgens et Sibilla Haegens uxor Petri
Geelen.
De eerste doop betreft mijns inziens de Ghiel Hamers uit
de titel, die met Petgen Pijls trouwde. De aliasnaam Nuchelmans geeft minstens aan dat deze Lambert een kleinzoon moet
zijn geweest van Lemmen Hamers en Trijn Nuchelmans.
Bij de tweede doop wordt de afstamming bevestigd: Michael
wordt Geelen genoemd, naar de familie
van zijn moeder (Gielen alias Peters)!
Tevens is met de vermelde peettante het bezwaar van de auteurs van het eerdere
artikel afgezwakt, dat de Gielen-getuigen ontbreken bij de dopen van Michaels
kinderen. Aan dit laatste punt wil ik verder toevoegen dat waarschijnlijk de
eerste dopelinge ontbreekt, bij drie dopen alleen een peettante vermeld werd en
geen peetoom, doopgetuige Hermanus Dederen waarschijnlijk de echtgenoot van
Catharina Gielen was en doopgetuige Catharina Wijers de echtgenote van
Lambertus Peters (alias Gielen).
Nadat al was vastgesteld dat genoemde Ghiel Hamers een
zoon was uit het eerste huwelijk van Lambert zoon van "Nucheljans" en Maria Schouteten,
geboren ca. 1604 en ca. 1633 hertrouwd met Jen Heijnemans/Dassen (zie ook
Hamers Bulletin 4/88 pag. 24), verzet zich naar mijn mening niets meer tegen de
gedachte dat Agatha Peters/Gielen de eerste vrouw was van deze Lambert. Hun
vermeldingen nog even op een rijtje:
- Gedoopt Schinnen 12 november
1628: Michael, zoon van Lambertus Nuchelmans
en Agatha Peters (Getuigen Wilhelmus Haemers en Gertruidis Meuters).
- Gedoopt Schinnen 22 augustus
1630: Wilhelmus, zoon van Lambertus Haemers en Agatha Peters (Getuigen Nicolaus
Haemers en Sophia voor Margaretha Geelen).
- Gedoopt Schinnen 27 november
1631: Petrus, zoon van Lambertus Haemers en Agatha (Getuigen Henricus Heris
voor Andreas Bocken (1) en Catharina Peters voor Maria echtgenote van Michael
Peters van Hulsbergh).
- Overleden 2 december 1631: "Uxor Lamberti Haemers" (naam
niet genoemd).
Enige dissonant is dat in 1646 (zonder datum) te Schinnen
het overlijden van een "Lamberti
Haemers" werd ingeschreven. Dit zou dan niet de weduwnaar van Agatha
Peters kunnen zijn, hoewel mij in Schinnen geen andere Lambert Hamers bekend
is.
Agatha Peters was vrijwel zeker een zuster van Lambertus
Peters (alias Gielen of Bock) gehuwd
met Sophia Knoren (alias Gubbels).
Gezien de doopgetuigen over en weer moeten zij nauw verwant zijn geweest aan de
schepen Petrus Gielen uit Puth gehuwd Catharina N.N. (2). Misschien waren zij
kinderen of neef en nicht van de schepen?
Petronella Pijls lijkt inderdaad de dochter van Joannes
Pijls en Sophia Pesch uit 1626 te zijn. Kreijns (3) liet deze dochter jong
sterven. Op 14-9-1634 werd "Petgen
Jan Pijls doghter" inderdaad in het overlijdensregister van Schinnen
vermeld. Dit kan echter ook Petra, gedoopt 31 januari 1632 als dochter van een
Joannes Pijls en Petronella N.N. (vermoedelijk Cornelia uit Wehr, dochter van
Gerken) zijn geweest, al is het wat minder waarschijnlijk dat een zo jong kind
in die tijd in het overlijdensregister zou zijn vermeld? Zij overleed overigens
ten tijde van een pest-epidemie, die zeer vele slachtoffers eiste in Schinnen.
Van meerdere kinderen werd toen het overlijden opgetekend, maar doorgaans
zonder de voornaam van het kind te vermelden.
Dan nu de kinderen van Michael Hamers en Petronella Pijls
op een rijtje, met mijn mening over wat van hen geworden is. Bewijzen zijn nog
niet in alle gevallen te leveren, maar Poul Notermans en Paulus Meijers
ondertekenden de erfdelingsakte samen met Geret Hamers.
1. Agatha, geboren ca. 1650
(hypothetisch, vernoemd naar Agatha Peters/Gielen). Waarschijnlijk trouwde zij
Schinnen 18 april 1671 met Petrus Voncken, waarbij als trouwgetuigen vermeld
werden Gerard Voncken en Sophia Hamers.
Ik neem aan dat zij de
"Eghtjen Hamers" was die op 14 februari 1672 als overleden werd
ingeschreven, wat zou verklaren waarom er van haar niets meer werd vernomen.
Haar weduwnaar hertrouwde mogelijk op 24 november van datzelfde jaar met Helena
Smets.
2. Joannes, gedoopt Schinnen 15
januari 1651 (vader genoemd Michael Geelen;
getuigen Mattheus Schutgens en Sijbilla Haegens echtgenote van Petrus Geelen).
Ik zou ernaar neigen in deze Joannes de vader te zien van Antonius Hamers uit
Puth gehuwd Gertrudis Meens, bij wiens kind Paulus Meijers als doopgetuige
optrad? (Zie stamreeks in Hamers Bulletin 4/88 pag. 74-75.) Echter onder de
erfdelingsakte ontbreekt de handtekening van Joannes?
3. Sophia, gedoopt Schinnen 27
november 1653 (moeder genoemd Gertrudis;
getuige Maria Pesch). Sophia huwde Schinnen 4 november 1688 met Paulus
Notermans (trouwgetuige Joannes Schuttiens was waarschijnlijk haar neef van
moederskant). Het doopregister vermeldt de kinderen: Gerardus 10 april 1689
(met peettante Petronilla Hamers zou haar moeder Petronella Pijls bedoeld
kunnen zijn?), Michael 17 maart 1690 (peetoom Petrus Rameckers was mogelijk de
schepen gehuwd met Anna Gielen?), Petronella 19 januari 1698 (postuum, de vader
was 6 dagen eerder overleden; peettante was een Catharina Geelen). Ook
Catharina Notermans gehuwd Nicolaas Cordeweners was (blijkens hun
huwelijksdispensatie) een dochter van Paulus, vrijwel zeker uit zijn huwelijk
met Sophia Hamers. Zij werd volgens de alfabetische klapper van Fleischeuer
gedoopt op 17 febr. 1693, is echter niet teruggevonden in het doopregister zelf
en wordt ook niet op de Gendalim CD-rom vermeld.
"Sophia Hamers vidua aen de Kacker" overleed 19 oktober
1714.
4. Anna, gedoopt Schinnen 2
januari 1656 (getuige Catharina Wijers). Op 9 maart 1709 overleed een "Anna Hamers in Puth habitans et ex
Puth"? Het tweede Puth lijkt echter eerder "Nuth" te moeten zijn, overigens ontbreekt haar
handtekening op de erfdelingsakte.
5. Lambertus, gedoopt Schinnen 6
januari 1658 (getuige Maria Mens). Geen verdere gegevens bekend.
6. Gerardus, gedoopt Schinnen 16
februari 1661 (getuigen Hermannus Dederen en Catharina Pijls echtgenote van
Matthias Meulejans). Vermoedelijk ongehuwd overleden 28 mei 1702: "Obijt Gerardus Hamers adolescens (4)
ex Puth".
7. Catharina, vermoedelijk
gedoopt Schinnen 13 juli 1664 (getuigen Matthias Pijls en Maria Pijls voor
Cornelia Baggen). Van de dopeling, een dochter, is geen naam ingevuld, maar een
onderzoeker voor mij schreef er reeds met potlood "Catharina?" bij. Zij huwde Schinnen 2 november 1687 met
Paulus Meijers. Het doopregister vermeldt de kinderen: Joannes 29 september
1688 (Paschasius Pijls was peetoom, vermoedelijk de echtgenoot van haar tante
Catharina Pijls?), Sophia 6 februari 1692, Cornelia 20 november 1695, Michael
10 december 1699, Daniel 19 januari 1704, Michael 7 maart 1708. "Catharina Haemers uxor Pauli Meijers
ex Puth" overleed op 26 oktober 1735.
Op 18 april 1686 staat het overlijden van Michael Hamers
ingeschreven. Op 8 augustus 1705 staat ingeschreven: "Obijt Petronilla Pijls uxor Michaelis Hamers vidua ex Puth"!
De conclusie dat zij voor 22 oktober 1692 (de datum van de erfdelingsakte)
overleden moest zijn, was dus klaarblijkelijk onterecht. Men moet zich
overigens niet laten misleiden door de formulering "uxor" door pastoor Dieteren. Hij bedoelde gewoon dat zij
weduwe van Michael Hamers was.
Harde bewijzen moet ik de lezer schuldig blijven. Deze
vindt men zelden in de kerkregisters waarop mijn onderzoek stoelt. Maar ik denk
met het bovenstaande wel zeer aannemelijk te hebben gemaakt dat Agatha
Peters/Gielen de moeder van de bewuste Ghiel Hamers was, en dat hij in 1628 te Schinnen
werd gedoopt.
Wil M.H. Brassé, getogen te Schinnen, medewerker van het Stadsarchief
Sittard-Geleen te Born.
1. "Bocken" was ook een aliasnaam voor de familie Gielen
alias Peters.
2. Zie ook H.C.J.M. Kreijns: "Uit het duister van het verleden" (editie 1998) pag.
279.
3. Idem, pag. 160.
4.
"Adolescens" duidde niet noodzakelijkerwijs op een jonge man, doch
slechts op een vrijgezel. Pastoor Dieteren vermeldde ook zijn ongehuwde broer
Paschasius als "adolescens" in het overlijdensregister. Deze overleed
op 57-jarige leeftijd!
-------------------------------------------------------------------------------------
EEN DOCHTER VAN
JAN HAMERS EN MEIJKEN SCHOUTELEN:
CATHARINA HAMERS
GEHUWD JOANNES SMAELEN
In navolging van Lambertus Hamers alias Nuchelmans te Schinnen heb ik ook
onderzoek gedaan naar zijn tijdgenote Catharina Hamers alias Nuchelmans, die in
1625 te Schinnen trouwde met Joannes Smaelen, en aldaar in 1631 overleed na 4
kinderen ter wereld te hebben gebracht. De veronderstelling lag na dat zij een
zus van Lambertus zou zijn.
Het artikel "Het gezin Jan Hamers en Meijken Schoutelen" in
Hamers Bulletin 4/88 pag. 17-26 vermeldt 14 kinderen van dit echtpaar, deels op
basis van de 14 loten waarin hun nalatenschap werd verdeeld, en deels
vermoedelijke kinderen. Verder werden een aantal personen vermeld die (bij mijn
weten tot op heden) niet geplaatst konden worden in hun relatie tot het
echtpaar. Enkelen hiervan heb ik nu kunnen identificeren.
De ouders van Joannes Smaelen zijn vooralsnog onbekend, maar te Schinnen
werden verschillende naamdragers vermeld die waarschijnlijk wel verwant waren,
broers en zusters of neven en nichten. Joannes zal dus vermoedelijk te Schinnen
geboren zijn (de doopregisters beginnen in 1609). In de omgeving kwam de naam
Smaelen verder nauwelijks voor.
Uit de kerkregisters van Schinnen valt het volgende gezin samen te stellen:
Catharina HAMERS (alias Nuchelmans), geboren ca. 1600?, overl. Schinnen 26
december 1631.
Tr. Schinnen 31 juli 1625 (get. Anna Smaelen, Henrico Heris en anderen) met
Joannes SMAELEN, geboren ca. 1600?, vermoedelijk overl. Schinnen in 1646
("Joannes Smaelen", zonder verdere aanduiding).
Uit dit huwelijk:
1. Wilhelmus SMAELEN, ged.
Schinnen 1 september 1626 (p. en m. Wilhelmus Hamers en Trinke Geilen; moeder
genoemd Nuchgelmans).
2. Maria SMAELEN, ged.
Schinnen 27 februari 1628 (p. en m. Theodorus Sanders en Anna echtgenote van
Arnoldus Smaelen).
3. Ida SMAELEN, ged. Schinnen
29 april 1629 (m. Elisabetha echtgenote van Egidius Custers van Ophoven).
4. Agatha SMAELEN, ged.
Schinnen 29 augustus 1630 (p. en m. Vincentius Bredenraedt en Agatha Meex).
Dankzij de Gendalim CD-rom kwam ik er vrij makkelijk achter dat 2 van de
dochters uit dit huwelijk zich in Geleen hadden gevestigd. Omdat niet altijd de
(juiste) achternaam van de vrouwen werd vermeld, en de CD-rom ook niet alle
spellingsmogelijkheden (Smalen) meenam, werd tevens gezocht op naam van de
echtgenoot. Het leverde de volgende gezinnen op, die uiteraard geverifiëerd zijn
a.d.h.v. de kerkregisters:
2 Maria SMAELEN (Smalen),
ged. Schinnen 27 februari 1628, overl. Geleen-Lutterade 11 december 1703 als
weduwe op 75-jarige leeftijd.
Gehuwd voor 1661 met Arnoldus EUMELEN [1], vermoedelijk ged. Geleen april
1630 (p. en m. Martten Crekels en Boetzken echtgenote van Nijs Gottwaltz), zoon
van Geell Eummelen en Meijken Luijten.
Uit dit huwelijk:
1. Joannes EUMELEN, ged.
Geleen 12 juni 1661 (p. en m. Wilken Wilms en Neleken [Penris?] echtgenote van
Martin Haemers).
2. Helena EUMELEN, ged. Geleen
11 oktober 1662 (p. en m. Mevis Luijten en Eghtgen Smalen namens Leenken
Eumelen).
3. Ida EUMELEN, ged. Geleen 10
augustus 1664 (p. en m. Giel Haemers en Trijnken echtgenote van Zelis Custers).
Vermoedelijk Maria EUMELEN, overl. Geleen-Lutterade 16 december 1677
("Meijken Smalen dochter Mariken").
4 Agatha (Echtjen, Oetgen)
SMAELEN (Smalen, Haemers)[2], ged. Schinnen 29 augustus 1630, overl.
Geleen-dorp 17 januari 1717 als echtgenote van Janis Bagghe op 86-jarige
leeftijd.
Ondertr. Beek 7 oktober 1657 voor de hervormde kerk ("Janes Baggen
jongm: van Geleen, Echtjen Smalen, jongd: ibid:"), met Sebastianus (Janes)
BAGGEN (Backen), geboren te Geleen? ca. 1630, vermoedelijk overl. Geleen-dorp
26 september 1717 ("Janis Bagghen", zonder verdere aanduiding).
Uit dit huwelijk:
1. Catharina (Catrijn) BAGGEN,
ged. Geleen 4 oktober 1658 (m. Meijcken Welters).
2. N.N. BAGGEN, ged. Geleen 24
maart 1660 (geen naam of peter en meter ingevuld).
3. Elisabeth BAGGEN, ged.
Geleen 16 december 1663 (p. en m. Willem Nijsten en Lijseken Wilms).
4. Helena (Heijleken) BAGGEN,
ged. Geleen 18 december 1666 (p. en m. Maes Stevens en Metgen Hamers).
Nu blijkt uit het eerder aangehaalde artikel "Het gezin Jan Hamers en
Meijken Schoutelen" dat beide schoonzonen van Catharina Hamers vermeld
werden bij de nalatenschap van het echtpaar Hamers-Schoutelen! Janis Baggen was
1 van de consorten die aanspraak maakte op de nalatenschap, Arnoldt Emmelen
moest 140 guldens ontvangen uit het eerste lot.
Wil M.H. Brassé,
getogen te Schinnen, medewerker van het Stadsarchief Sittard-Geleen te Born.
[1] Ik heb zijn overlijden trachten te halen uit een
moeilijk leesbare inschrijving van januari 1665 die in de klappers en op de
CD-rom een N.N. Emmelen (uit Lutterade) vermelden. De eerste letters zouden
"Erke.." kunnen zijn, maar na iets onleesbaars volgt nog
"..gen", en deze verkleinvorm maakt het onwaarschijnlijk dat Erken
(Arnold) bedoeld kan zijn.
[2] In het artikel "Het gezin Jan Hamers en Meijken
Schoutelen" was al geopperd dat deze Agatha "Hamers" een
kleindochter zou kunnen zijn van Hamers-Schoutelen, en dit blijkt dus juist,
maar dan langs moederlijke lijn.
---------------------------------------------------------------------------------------
DE BETEKENIS VAN DE FAMILIENAAM
BRASSÉ
Onderstaande betekenissen zijn afkomstig uit de Prisma woordenboeken.
Geschiktere bronnen voor oude woorden en namen in de diverse talen heb ik nog
niet gevonden.
Nederlands:
bras = scheepvaartterm, touw waarmee men de raas of zeilen richt
brasem = bep. riviervis; een "halfwassen
brasem" is een jong matroos of een
opgeschoten jong iemand
brassen = 1. raas of zeilen richten; 2. slempen, gulzig eten en drinken
Duits:
der Brasse = de brasem
brassen = brassen (raas of zeil richten)
Engels:
brass = geelkoper, brons
brassard = mouwinsigne
Frans:
le bras = 1. de arm; 2. de helper, arbeider
le brassage = 1. het brouwen; 2. het omroeren
le brassard = band om de arm (bij rouw e.d.)
la brasse = 1. vadem (lengtemaat in
de scheepvaart, iets meer dan
2. zwemslag
la brassée = 1. arm vol; 2. zwemslag
brasser = 1. brouwen; 2. omroeren of mengen door armbewegingen
la brasserie = 1. brouwerij; 2. bierhuis; café
le brasseur = 1. bierbrouwer; 2. bierhandelaar
De familienaam Bras komt veelvuldig voor in Zeeland en Zuid-Holland. Een
verklaring vanuit de scheepvaartterm is voor deze familienaam dan ook
verleidelijk.
In Overijssel is aanvankelijk sprake van een familienaam Bras, die via
Brassen is Brasse veranderde, en elders zelfs in Brassé.
De familie Brasse uit het Ruhrgebied zou verband houden met een "Brassen Hof", maar of de
familie naar de hoeve genoemd werd of andersom is mij niet bekend, noch de
verklaring voor deze naam.
Een in Frankrijk vakantie vierend familielid berichtte al jaren geleden van
de vermelding van de naam "Brassé"
aldaar op zuivelverpakkingen. Toen ik zelf in Zuid-Frankrijk op vakantie ging,
trof ik daar inderdaad yoghurt-kuipjes aan met daarop groot "Brassé" of "Brassés" vermeld. Ik vond 4
verschillende merken, met als hoofd-aanduiding "BIO Brassé", "Brassés
nature", of "Yaourt
Brassé". "Brassé"
lijkt hier geen familienaam maar een soort yoghurt aan te duiden, die blijkbaar
zo bekend is dat het woord "yoghourt"
of "yaourt" niet groot op
de verpakking hoeft te staan.
Desalniettemin blijkt de familienaam Brassé of Brasse over Frankrijk
verspreid voor te komen, maar vooral geconcentreerd rond Le Havre, zodat men
ook hier geneigd is aan een verklaring vanuit de scheepvaart te denken. Ook uit
Wallonië zijn echter al vroege vermeldingen bekend, hoewel de naam in België
tegenwoordig niet meer voorkomt. Voordat de Franse naamgenoten ontdekt werden,
waren Zef Brassée en ik het er over eens dat de meest waarschijnlijke
verklaring van onze familienaam is, dat hij duidt op iemand die afkomstig is
van een dorpje genaamd "Bras".
Er zijn meerdere plaatsen die hiervoor in aanmerking zouden komen, met name 2
dorpjes Bras in Belgisch Luxemburg, ten westen van Bastogne (boven Neufchâteau)
en ten oosten van Bastogne (aan de grens met het groothertogdom). Het is niet
onwaarschijnlijk dat ook in Frankrijk dorpjes met dezelfde naam bestaan. Ook
een verklaring vanuit "helper"
of "arbeider" is niet
onaannemelijk. Ik heb echter nooit veel gezien in de vaak gehoorde verklaring
dat Brassé van "brasseur"
(brouwer) zou zijn afgeleid.
Wil
Brassé, Sittard augustus 2002.
------------------------------------------------------------------------------------
De Heilige Pater Karel: molenaarszoon Joannes Andreas
Houben uit Munstergeleen (* 1821) en de familie Lemmens
Zie ook Gens Nostra, oktober 2007, pag. 593 - Wil M.H. Brassé: Kwartierstaat pater Karel Houben (1821-1893).
De eigenlijke kwartierstaat van Pater Karel is te vinden op Genwiki Limburg.
Aan beide oevers van de
Geleenbeek lag bij Munstergeleen een molen: de oliemolen lag aan de
Munstergeleense kant, de graanmolen lag daar pal tegenover aan de Geleense
kant. In 1808 had Napoleon de gemeentegrens opnieuw getrokken, waardoor
Munstergeleen de westoever van de beek was kwijtgeraakt. De vader van de latere
Pater Karel, graanmolenaar Petrus Joannes Andreas Houben, moest daarom de
geboortes van zijn kinderen gaan aangeven bij de Geleense burgemeester. Toch
waren zijn kinderen Munstergeleners, want beide molens vielen onder de parochie
H. Pancratius van Munstergeleen, en de kerkelijke banden wogen zwaarder dan het
wereldlijke bestuur. Vader Houben was bovendien getrouwd met een Luijten,
dochter van de olieslager aan de overkant. De betovergrootvader van zijn vrouw,
Hermanus Luijten, werd al voor 1700 als oliemolenaar te Munstergeleen vermeld.
De vader van P.J.A.
Houben, uit Einighausen onder Limbricht afkomstig, was gehuwd met een dochter
van graanmolenaar Arnold Lemmens, en had de graanmolen van zijn schoonvader
overgenomen. Na drie generaties kwam aan het molenaarsbestaan van de familie
Houben weer een eind: de broer van Pater Karel, molenaar Godfried Houben,
overleed ongehuwd in 1892, en 2 jaar later verkochten de overgebleven kinderen
van het echtpaar Houben-Luijten de graanmolen aan oliemolenaar en zwager P.M.
Welters gehuwd Luijten.*
De familie Lemmens
pachtte eeuwenlang molens in de hele streek, en stamde waarschijnlijk uit
Munstergeleen. De oudste naamdrager die tot nu toe gevonden werd, is Theodorus
(Derich, Dederich) Lemmens alias in der Mullen uit Munstergeleen, die tenminste
van 1597 1607 tot 1625 de banmolen te Sittard pachtte. Nadien duiken echter
zoveel molenaars Lemmens op, dat het nog maar de vraag is of die allemaal van
deze Theodorus afstamden. De DTB-registers van Munstergeleen zelf beginnen pas
in 1673 en de registers van Sittard kennen hiaten, wat een reconstructie van de
familie moeilijk maakt. Sittard telde destijds 2 watermolens en 1 rosmolen
binnen de stadswallen en nog eens 2 watermolens en 1 windmolen erbuiten.
Een bloemlezing:
In 1439 ontving Henne
Bussen beide Munstergeleense molens in erfpacht.
In 1572 werd
"Lemmen de Mulder" vermeld, die vermoedelijk ook beide molens
pachtte.
In 1609 was een Peter
(geen achternaam vermeld) molenaar te Munstergeleen.
Dan was er ook nog een
hervormde tak Lemmens: Johan Lemmens huurde de banmolen en begon in 1634 de
bouw van het hervormde kerkje te Sittard
onder het mom van een brouwerij! Een jaar later werd het hervormde geloof weer
toegestaan door de hertog. Hij was waarschijnlijk de vader van molenaar Lambert
Lemmens gehuwd Mechtildis Kamps, wier eerste kind katholiek en de latere drie
kinderen hervormd werden gedoopt. In 1644 t/m 1647 met Metgen Camps als
echtgenote van molenaar Lambert Lemmens te Sittard vermeld. In 1648 werd
Lambert Lemmens als molenaar te Sittard vermeld; waarschijnlijk was deze de
'Lambert in gen Mhullen genannt Lemmens' die in 1658 te Sittard overleed.
Joannes Lemmens huwde in
1646 met Elisabeth Peerbooms, dochter van molenaar Joannes Peerbooms (overleden
1643) in Born. Hij nam de molen van wijlen zijn schoonvader over, en verkaste
rond 1660 naar Sittard, waar hij eveneens molenaar was. Na zijn overlijden in
1663 hertrouwde zijn weduwe met Fredericus Fastman, die hem ook als molenaar
opvolgde.
In 1651 werd een Lambert
Lemmens als molenaar van Millen vermeld.
Lemmen (Lambertus) Lemmens molenaar van Limbricht trad
als peetoom op in 1664 te Sittard bij een kind van een andere Lambertus Lemmens
gehuwd Sibilla te Ophoven-Sittard. Een lijst van familiehoofden te Limbricht in
1672 vermeldt eveneens een Lemmen Lemmens als molenaar. (Schepenbank Limbricht,
nr. 693).
Bij verschillende
Lemmens te Sittard werden nog peters en meters uit Munstergeleen vermeld, wat
het vermoeden van een verwantschap versterkt.
Welke Lemmens waren de
voorouders van Pater Karel? Zijn grootvader Arnoldus Lemmens was graanmolenaar
te Munstergeleen. Hij lijkt op basis van de DTB-registers degene te zijn die op
16 juni 1712 te Munstergeleen werd gedoopt als Arnoldus Hermanus Lemmens, zoon
van Wilhelmus Lemmens en Maria Fraimon. Deze op zijn beurt lijkt degene te zijn
die op 29 januari 1687 te Munstergeleen werd gedoopt als Petrus Wilhelmus
Lemmens, zoon van Arnoldus Lemmens en Anna Peners. 'Arnold Lemmens soon van
Jacob Lemmens van Munstergeleen' verhief in 1688 als leenman de hoeve
'Wassenberch of Luttergoed' te Daniken (bij Geleen). Deze Jacobus Lemmens was
waarschijnlijk gehuwd met Catharina Brants (in 1674 werd te Munstergeleen nog
een zoon daarvan gedoopt). Jacob Lemmens in die Mhullen uit Munstergeleen was
peetoom in 1668 te Sittard, en zijn weduwe werd later te Höngen (D) nog als peettante
vermeld. Deze afstammingslijn houd ik voor plausibel, echter er ontbreken twee
generaties molenaars in. In de tussenliggende periode werd te Munstergeleen een
Lambertus Lemmens als molenaar vermeld, en in 1734? betaalden de kinderen van
Lambertus Lemmens de pacht in rogge (?). Wie waren deze Lambertus Lemmens en
zijn kinderen? Her en der trad een Lambertus Lemmens als peetoom op, bijv. voor
een kind van Arnold Lemmens en diens tweede vrouw Gertrudis Kleuters, maar een
gezin van deze Lambertus valt in de DTB niet te traceren. Een Lambertus Lemmens
overleed te Munstergeleen in 1679 ("ex molendino"), 1714 en 1719.
Joanna Grewels gehuwd Lambertus Lemmens overleed Munstergeleen 2 februari 1696.
* Over de familieruzie die hieraan voorafging, zie W. van Bergen, "De
Molens te Munstergeleen", in: Historisch Jaarboek voor het Land van
Zwentibold 18, Sittard, 1997; pp. 127-130.
* zie A.H. Simonis e.a.,
"Sittard, historie en gestalte", Sittard 1971; Johan Lemmens o.a. pp.
98 en 280.
Bronnen en verwijzingen:
J.H.J. Gulikers, Genealogie van de Familie
Houben, in het boek "Munstergeleen, een monografie over een Limburgse
gemeente" (1963), p. 355-365.
P.J.H.M.
Göbbels, Kroniek van de familie Göbbels, in het Tijdschrift Heemkundevereniging
Geleen, jaargangen 2002, 2003 en 2005.
Wil M.H.
Brassé, Afstammingsreeks van Johannes Andreas Houben (*1821), in Hamers
Bulletin jrg. 23/2007, pag. 64-65
N.A. Hamers,
Verwanten van Pater Karel Houben via de familie Hamers, in Hamers Bulletin jrg.
23/2007, pag. 66-68.
Prof.Dr.
M.J.H.A. Schrijnemakers, Pater Karel van Sint Andries, in het boek
"Munstergeleen, een monografie over een Limburgse gemeente" (1963),
p. 367-406.
Drs. Peer H.M.
Boselie, Helende handen, een leven in context (uitgave juni 2007)
Opmerkingen:
- Pater Karel
was een achterneef van Maria Jacobina Zelis, grootmoeder van de bekende
Sittardse kunsthistoricus Prof. Dr. J.H.J. Timmers, wiens 100ste geboortejaar
in 2007 uitvoerig wordt herdacht; Pater Karels vader was een achterneef van
Maria Elisabeth Göbbels, betovergrootmoeder van Toon Hermans (GN 2000/jrg. 55,
p. 316-317).
- Van de nummer
De voorouders van Pater
Karel
Menige Houben uit
Munstergeleen denkt verwant te zijn aan Pater Karel omdat hij Houben heet. Voor
zover bekend wonen er echter geen Houben van deze familie meer in
Munstergeleen. De familie Houben van Pater Karel stamde oorspronkelijk uit
Einighausen-Limbricht, en laatste Houben van zijn stam die in Munstergeleen
trouwde was een broer van de pater in 1858. Kijkt men naar de naamdragers
Houben die rond
Toch zijn alle inheemse
Munstergeleners vrijwel zeker aan de pater verwant, alsook de meeste andere
streekgenoten. Gaat men de voorouders van Pater Karel zo'n zes generaties terug
volgen, dan stuit men om bekende families uit Munstergeleen en uit bijna alle
omliggende plaatsen, te weten uit Limbricht, Sittard, Geleen, Schinnen,
Oirsbeek en Beek.
Een Rutger Huben van
Munstergeleen trouwde midden 17de eeuw met een meisje uit Geleen en
vestigde zich aldaar.
Een Leonard Houben uit
Nuth trouwde in 1756 met een Munstergeleense meid; zijn zoon keerde echter weer
terug naar Nuth.
De molenaar Arnold
Willem Houben uit Limbricht trouwde rond 1771 ook met een Munstergeleense; zij
waren de voorouders van Pater Karel.
Jan Christian Houben uit
Sittard (maar wiens vader afkomstig uit Millen) trouwde in 1800 eveneens met
een Munstergeleense.
------------------------------------------------------------------------------------
ONVERKLAARDE ALIAS-NAMEN
Mijn kwartierstaat opvoerend tot in de 17de eeuw krijg ik steeds vaker te
maken met aliasnamen van mijn voorouders. Dit kan een heel welkom hulpmiddel
zijn om hun herkomst te bepalen, het kan je echter ook op het verkeerde been
zetten. Vooral genealogen die veel via alfabetische klappers zoeken (waaronder
ik) dreigen zo nogal eens gegevens te missen of zelfs helemaal vast te lopen.
Doorwinterde genealogen kennen vast zelf genoeg voorbeelden, maar voor de
vele "starters", zoals ik ze regelmatig in onze studiezaal in Born ontvang,
wil ik hier een paar eigen ervaringen verhalen.
Zo was in Schinnen wel bekend dat "Strangen" een oud alias was
van een deel van de familie Limpens[0], echter door puur toeval viel mijn oog op een echtpaar
"Strangers" te Nuth[1], dat de drie oudste doopinschrijvingen van de familie Limpens aldaar bleek
te betreffen![2]
Ikzelf heb vooral lang gepuzzeld met de familie Urlings te Schinnen en
Nuth.[3] Het echtpaar Peter Urlings en Ida Custers leek rond
Het verraderlijke was in dit geval dat Peter tijdelijk een derde achternaam
hanteerde (Meijers) en dat zijn echtgenote ook onder twee achternamen voorkwam.
Wie had gedacht dat Peter Urlings en Ida Custers gehuwd zouden zijn als Peter
Meussen en Ida Geurten?!
Op de Gendalim CD-rom vond ik Peters vermoedelijke vader: in 1608 werd
namelijk te Hoensbroek een Ulricus Muischen gedoopt. Als Peters moeder
had ik een Christina in gedachten, daar zowel hij als zijn nieuw gevonden broer
een dochter Christina hadden. Later zag ik bij Hamers een terloopse vermelding
van een Ulricus Meijer en Christina Koecken, die te Merkelbeek een dochter
lieten dopen[4], en wist meteen dat dit het gezochte ouderpaar moest zijn. Inderdaad werd
Ulricus Meijer daar ook als Ulricus Musch vermeld, en vond ik in 1642 de doop
van mijn Petrus.
Ida Geurten heb ik kunnen plaatsen als dochter uit een Schinnense familie,
haar aliasnaam "Custers" is me echter nog steeds een raadsel. Geen
andere familieleden gebruikten die naam, en haar vader was voor zover bekend
ook geen koster van beroep. Hoewel ik er van overtuigd ben dat de lijn klopt,
blijft zoiets niet lekker zitten.
Zo ook Sophia Pijls uit Schinnen gehuwd in 1708 met Herman Damas. Enkele
kinderen van dit echtpaar werden in Geleen gedoopt met als moeder "Fijken
Donners".[5] Lang heb ik dus vastgezeten, daar er geen relatie tussen Pijls en Donners
te vinden was. Uiteindelijk moest ik vaststellen dat Sophia toch de dochter was
van Melchior Pijls en Maria Diederen. Een verklaring voor de aliasnaam Donners
moet ik daarbij schuldig blijven.
Een positiever voorbeeld: Bettel (Elisabeth, Beatrix) Damas te Schimmert,
die Daem Hartmans trouwde[6], werd ook als Bettel Mulckens vermeld, waardoor ik met aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid mag stellen dat zij een dochter zal zijn geweest
van Blasius Damas gehuwd Joanna Mulckens en niet van diens broer Joannes Damas,
hoewel een schoondochter van Joannes als peettante optrad.[7]
Onlangs trof ik inderdaad haar vermoedelijke doop aan: Beek 16 maart 1651
werd gedoopt Bertien, dochter van Blas Bassingh (!) en Jenneken
Muijlkens. Bij een later kind was sprake van Blasius Martini en Joanna
Muijlken.[8] Ook die twee aliasnamen zijn nog onverklaard. Dat de vader van Blasius een
Martinus was ligt niet voor de hand: als het geen Damasius was zal het
waarschijnlijk een Mathias Damas geweest zijn, de doopnaam van de vermoedelijk
oudste zonen van Blasius en Joannes.
Een laatste voorbeeld van de familie Damas: Helena Damas huwde Schinnen
1725 met Theodorus Franssen uit Sweikhuizen. Bij de dopen van haar kinderen
werd ze Damas, Nooten, Notermans en Notten genoemd. Na lang
tobben of zij Helena Notermans gedoopt Schinnen 1693 (geen verwantschap met de
familie Damas?) of Helena Damas gedoopt Amstenrade 1687 (48 jaar bij het
laatste kind?) zou zijn, scheen me de enige logische verklaring voor de
naamsverbasteringen dat zij een dochter moest zijn van Sebastianus de Noijth
(ook: Nooths) en Ida Damas uit Amstenrade. De pastoor had blijkbaar moeite
met de onbekende familienaam!
Achter een aliasnaam is soms ook niet meer te zoeken dan een domme fout van
de pastoor: uit een beknopte schets van de familie Debets te Schinnen kon ik
later weer twee naamdragers schrappen: een Theodorus Debets bleek gewoon
Theodorus Trijpels te moeten zijn, en een Lambertus Debets bleek Lambertus
Smeets alias Lemmens te moeten zijn.[9] Hier kwam ik pas achter toen ik me in de families Trijpels en Smeets ging
verdiepen. Ik heb geen reden gevonden om aan te nemen dat deze twee
"naamdragers" daadwerkelijk aan de familie Debets verwant waren.
Tenslotte worstel ik nog met de nakomelingen van Leonardus de Kuijper uit
Schinnen. Zijn kinderen komen voor onder de aliasnamen Cuijpers (naar het
beroep van hun vader) en Lintgens (naar zijn voornaam), maar stappen later
veelal over op de naam Peters, die vermoedelijk al de "eigenlijke"
achternaam van hun vader was. De vraag is alleen welke naamdragers Peters te
Schinnen wel en niet van deze Leonardus afstamden. Misschien dat andere
Schinnologen me hierbij uit de brand kunnen helpen?[10]
[0]. Zie bijvoorbeeld Henri Pijls
"Bijdrage tot de geschiedenis van de voormalige Heerlijkheid
Schinnen" en H.C.J.M. Kreijns "Uit het duister van het
verleden".
[1]. Deze en andere gegevens
betreffende Nuth zijn ontleend aan de onvolprezen gezinsklapper van de heer
J.L.G. Hermens. Het register zelf vermeldt overigens "Strangen".
[2]. Inmiddels is deel 1 van
"De kinderen van Limpens" door Fred Limpens uit Weert gepubliceerd
over deze familietak.
[3]. De hoofdlinie van de familie
Brassé belandde in Nuth door het huwelijk in 1770 van Hermanus Brassé uit
Margraten met Anna Maria Eurlings uit Nuth. Zowel Hermans ouders als zijn
schoondochter stamden van buiten Limburg, en pas na 1800 vertakte de familie
zich. Dit zijn dus de oudste kwartieren in Limburg voor de hele familie Brassé.
[4]. N.A. Hamers "Het
Brunssumse geslacht Hamers" deel 2, pag. 116 (bijlage Breidenraedt).
[5]. De getypte klappers van
Geleen hebben overigens de hele familie Damas aldaar als "Daemen"
vermeld!
[6]. Zie ook de kwartierstaat
Eijssen-Alofs in "Genealogieën IV" (onder redaktie van Edm.M.A.H.
Delhougne) pag. 285-286, en in "Kwartierstaat Eijssen-Oosterbaan"
pag. 44. De bedoelde schoondochter was Helena Tholen, een wederom nog
onverklaard alias van Helena Gielen.
[7]. Een groot deel van de
familie Damas is beschreven door H.C.J.M. Kreijns in "Uit het duister van
het verleden". Een door schrijver dezes aangevuld overzicht van de genealogie
Damas is ter inzage in het Stadsarchief Sittard-Geleen te Born, evenals korte
overzichten van de meeste andere hier vermelde families.
[8]. Deze gegevens uit de getypte
doopklapper van Beek kwamen overeen met het origineel.
[9]. Het betreft 1622:
"24 decembris Baptisatus est Nicolaus filius Lamberti Debets et Corneliae
conjugum. Susceptores Joannes Haerven et Helena uxor Wijnand
Smet." Dit zijn Lambert Smets en Cornelia Lumpens, gehuwd augustus 1621.
Genoemde zoon Nicolaus huwde Petronella Knoren.
Kreijns'
boek is een ware schatkamer voor genealogisch onderzoek in deze regio: hij
vermeldt bv. de ouders op pag. 169 onder Peter Smeets en pag. 195 onder
Nicolaas Limpens sub d., de zoon op pag. 161 onder Joannes Knoren sub b. Onder
Limpens staat echter een verkeerd huwelijksjaar en een verkeerde doop van
Nicolaus, wat maar weer bewijst dat men gegevens uit publicaties, hoe degelijk
ook, altijd dient te verifiëren.
[10]. Een in vele kwartierstaten
terugkerende dochter van de kuiper was Mechtildis of Mettela Kuijpers alias
Lintgens, gehuwd Schinnen 21 juni 1623 met Nicolaus Krans. Zij was de moeder
van Sibilla Krans gehuwd met Petrus Cals, de stamouders van "Elf
generaties Cals", waarvan de eerste zeven onlangs in dit tijdschrift
werden gepubliceerd (zie LTG 28-2000 pag. 93). Mechtild overleed vermoedelijk
Schinnen 19 december 1658 als "Metgen Peters".