donderdag 11 oktober 2007

We zijn er nog steeds (Myrthe over Joods zijn)

Dit verhaal kwam ik tegen toen ik n.a.v. een vraag informatie zocht over Joodse identiteit volgens de joodse wet.
 
 
Wouter
_______

31 mei 2006

We zijn er nog steeds

We zijn er nog steeds

Mijn vader is joods, mijn moeder niet. Volgens de traditionele joodse wet ben ik dus niet joods. Heel lang heb ik met deze bizarre regel moeite gehad. Je hebt een joodse vader, een joodse achternaam, misschien zelfs wel wat uiterlijke kenmerken -al bestaan die officieel niet- en het belangrijkste: je voelt je verbonden met je joodse afkomst. Maar je bént het niet.

Doodvermoeiend is het om steeds de vraag te moeten beantwoorden of mijn moeder al dan niet joods is - meestal wordt deze vraag gesteld door niet-joden - en vervolgens het stempel 'niet-joods' opgedrukt te krijgen. Als je deze lieden naar hun verdere kennis over het jodendom vraagt, blijft het meestal opvallend stil. Terwijl dezelfde mensen bepaalde karaktertrekken van mij dan weer typisch joods vinden. Juist, ja.

De definitie van 'wie is joods' is gebaseerd op de traditionele joodse wetgeving en luidt: 'Alleen die persoon waarvan de moeder ten tijde van de geboorte een jodin was of de persoon die zich vrijwillig tot het jodendom heeft bekeerd op grond van de joodse wetten is joods.' Dat deze regel zo'n 2000 jaar geleden uit nood geboren was, was begrijpelijk, omdat in die tijd veel kinderen geboren werden uit een joodse moeder als gevolg van verkrachting, slavernij of ander sexueel misbruik, en de identiteit van de vader dus vaak niet te achterhalen was.

Met deze kennis stapte ik ooit naar de rabbijn van een liberale joodse gemeente. Dat leek me om te beginnen wel zo veilig. Ik vroeg hem waarom in deze tijd van DNA-onderzoeken en de mogelijkheid tot het doen van een vaderschapstest, deze achterhaalde regel niet aangepast kon worden. Er zijn tenslotte nu zoveel kinderen met 'slechts' een joodse vader, die niet het recht hebben zich joods te noemen of te voelen, die worstelen met hun identiteit. De rabbijn was het met me eens. 'We hebben helaas nog steeds te maken met bureaucratie', zei hij cynisch, 'en ik ontvang per dag gemiddeld zes jonge mensen die, vanuit dezelfde situatie als die van jou, mij dezelfde vraag komen stellen. Je bent zeker niet de enige.' Wat hem betrof was ik welkom in zijn gemeente, maar lid mocht ik nog niet worden. Ik zou dan toch eerst de 'verkorte' procedure moeten doorlopen, om als joods erkend te kunnen worden. Omdat mijn vader joods is, zou me dit zo'n twee jaar kosten, i.p.v. de vijf jaar die staat voor niet-joden die zich willen bekeren.

Hij stuurde me weg met de mededeling dat ik eerst maar eens een tijd zijn liberale sjoel moest gaan bezoeken en dan na een jaar samen met hem te bekijken of het mij de moeite waard zou zijn om deze toch redelijk zware procedure te gaan doorlopen, of dat ik kan leven met de beslissing  om niet officieel erkend te worden, maar dat mijn volgens hem onmiskenbare 'joodse ziel' voldoende is om de bevestiging in mijzelf te vinden.

Het waren wijze en realistische woorden en ik ben hem dankbaar dat hij me niet als een religieuze fanatiekeling heeft weggestuurd of juist heeft overgehaald om zo snel mogelijk 'uit te komen', zoals dat zo mooi heet als je officieel joods wordt. Zijn raad heb ik opgevolgd en ik heb met grote regelmaat op shabbat-avond en op joodse feestdagen zijn sjoel bezocht en deed eindelijk de kennis op, die ik al die tijd had gemist.

Dat het mij aan die kennis ontbrak, kwam door de beslissing van mijn vader om mij en mijn zusjes niet joods op te voeden. Hij heeft ons ook geen joodse namen willen geven en vond dat we beter niet konden spreken over onze afkomst. In zijn ogen is het verstandiger om als jood low profile door het leven te gaan, het niet teveel uit te dragen. Van mijn vader, die de oorlog heeft overleefd dankzij zijn moedige onderduikouders, kan ik deze houding heel goed begrijpen. Voor hem betekende het, ook nog heel lang na de oorlog, dat je joodse identiteit je doodvonnis kon betekenen.

De rabbijn kreeg gelijk, ik accepteer dat ik ben wie ik ben. Joods, niet-joods, een 'vader-jood' of wat dan ook. Het maakt me niet meer zoveel uit, alleen ikzelf bepaal of ik me joods mag voelen. Regels of geen regels. Overigens had Hitler zo'n 60 jaar geleden wel raad met me geweten, maar die gruwelijke vergelijking mag ik eigenlijk niet trekken.

Maar juist door mijn geschiedenis, door wat er met een deel van mijn familie is gebeurd in WOII, voel ik soms de strijdlust om mijn joodse afkomst wel uit te dragen en er niet meer ingewikkeld en bagatelliserend over te doen. Binnenkort ben ik van plan naar Auschwitz af te reizen, om daar mijn door de Duitsers omgebrachte familie te herdenken en er mijn eer te betonen aan alle slachtoffers van deze onvoorstelbare oorlog . Maar ook om daar keihard mijn middelvinger op te steken naar het omvergeworpen nazi-regime en hun weerzinwekkende 'Endlösung der Judenfrage'. Omdat het ze niet is gelukt. We zijn er nog steeds.

Myrthe

4 opmerkingen:

  1. Ik kom uit een half joodse vader en een half joodse moeder. Maar wordt niet geaccepteerd als joods. Maar ben wel tweede generatie oorlogslachtoffer. Doordat het verdriet in de achtergrond van de joodse mensen overal hetzelfde is. Waarom worden mensen die ervoor hebben geleerd wel geaccepteerd? belachelijke reden. Die snappen nooit het joods zijn, wat in je bloed zit. Verander deze belachelijke wet en geef ons niet het niemandsland gevoel. Discriminatie ten top. En dat mag juist bij ONS niet gebeuren! Shalom. Teresa

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo Teresa,
    Ik sympatiseer, maar kan er verder weinig over zeggen, laat staan er iets aan doen. Ik was dus zo vrij je hartekreet door te sturen naar het NIK.
    Shalom, Wouter

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Lieve Mirthe,

    ik zag je artikel en het raakte me echt heel erg. Ik ken het gevoel wat je beschrijft. Ikzelf heb lang gedacht alleen een Joods hart te hebben, totdat ik er achter kwam een Joodse oma te hebben. Voor mij maakte het niets uit. Ik had een Joods hart en dat was genoeg voor me. Voor een mens mag jij dan misschien niet Joods zijn, voor Hashem ben je dat wel... Ik wil je de zegen van Hashem toebidden in elk geval.
    liefs,

    Tabita Shalom

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik wilde je reactie onder het originele artikel kopiëren, maar de link naar de post van Myrthe werkt niet meer. Myrthes bijdragen op Hoeiboei zijn nog hier te vinden:
    http://hoeiboei.web-log.nl/hoeiboei/myrthe/index.html
    ... maar geen reactiemogelijkheid.

    BeantwoordenVerwijderen