woensdag 20 maart 2013

Waarom in Limburg opvallend veel Joden konden onderduiken

 
In de Kroniek* (Informatiebulletin van de Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom) staat een uitgebreid artikel over het proefschrift van Herman van Rens, met wie ik voor het boekje "De Vergeten Joden van Geleen 1920-1950" meermaals informatie heb uitgewisseld. De handelseditie komt in april 2013 uit bij Uitgeverij Verloren.
 
*In die kroniek overigens ook een artikel over het Tweede Vaticaanse Concilie en de verhouding tussen Joden en katholieken.
 
Wil Brassé
_________________
 
Minderheid Limburgse Joden slachtoffer van onaangekondigde razzia's
 
Geschiedenis

Promotie

De vervolging van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog is in Limburg op onderdelen anders verlopen dan in de grote steden in het westen van Nederland, concludeert Herman van Rens in zijn onderzoek.

In Limburg werden de meeste Joden opgeroepen om zich te melden voor werkkampen. Hierdoor hadden zij (korte) tijd om te besluiten onder te duiken en werd slechts een minderheid slachtoffer van onaangekondigde razzia's. De helft van de Limburgse Joden koos voor onderduik of een vlucht naar België of verder.

Van Rens laat zien dat er echter grote verschillen bestonden in overlevingskans tussen de verschillende gemeenten in de provincie Limburg. Deze verschillen konden worden verklaard doordat in sommige steden en dorpen hulpnetwerken ontstonden binnen tamelijk gesloten groepen waarbinnen het helpen van mensen in nood een collectieve norm werd. Het aandeel van een klein aantal invloedrijke morele leiders was hierin van belang.

Van Rens besteedt ook aandacht aan de vervolging van Sinti - doorgaans aangeduid als 'zigeuners' - in Limburg. Er bestonden grote verschillen tussen de vervolging van de Sinti en die van de Joden. De maatregelen tegen Sinti kwamen meer tot stand als gevolg van druk uit de samenleving. Pas in een later stadium kregen Sinti een plaats in het racistisch wereldbeeld van de nationaalsocialisten.

Dhr. H.A.J. van Rens: De vervolging van joden en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse provincie Limburg. Promotor is dhr. prof. dr. J.Th.M. Houwink ten Cate.

 

maandag 11 maart 2013

Oorlogsmonument Einighausen

 

Sinds 2012 worden op een monument in Einighausen de namen van de omgekomenen uit deze plaats herdacht. Ik trof vandaag tot mijn verrassing (want ik had er nog niets over gehoord of gelezen) een foto van dit monument aan in het boek "Het bombardement van Geleen, 5 oktober 1942 - 5 oktober 2012".

 

Op internet was nog vrijwel niets over dit nieuwe oorlogsmonument te vinden. Ik vond een tweet van de lokale VVD-afdeling, maar het bericht waarheen dit linkte, werkte helaas niet meer. De enige andere vermelding vond ik in Born Aktueel (tegenwoordig Aktueel in Born genoemd) dat sinds 2012 ook als pdf op internet te vinden is. Volgens de tweet van VVD Sittard-Geleen vond de onthulling plaats op 4 mei 2012. Het onderstaande verslag uit Born Aktueel vermeldt geen datum.

 

Wil Brassé

____________________

 

Aktueel in Born 1250 - zaterdag 23 juni 2012

Onthulling oorlogsmonument

 

Na een eucharistieviering in de parochiekerk welke werd opgeluisterd door het kerkelijk zangkoor begaven zich tientallen kerkbezoekers samen met de fanfare naar het kerkhof voor de onthulling van het nieuwe oorlogsmonument.

In zijn welkomstwoord werden door Louis Heylighen naast de vele parochianen onder meer welkom geheten wethouder Pieter Meekels, pastoor M. Otto en de familieleden van de slachtoffers Custers, Lebens en Konings.

 

Na een openingsandante, uitgevoerd door fanfare Concordia welke uitvoering speciaal werd opgedragen aan de overleden leden en weldoeners van de fanfare, werd overgegaan tot de onthulling van het monument. Met deze taak was wethouder Pieter Meekels belast met assistentie van ons Einighauser raadslid van Montfoort waarna pastoor M. Otto de plechtige inzegening voor zijn rekening nam.

 

Als lid van het kerkbestuur en mede initiatiefnemer werd door Sef Lumens een bloemstuk gelegd. De namen van de slachtoffers werden vervolgens een voor een met vermelding van volgende bijzonderheden genoemd waarbij een van de kinderen uit groep 8 telkens een roos deponeerde bij het noemen van de namen der slachtoffers.

 

Deze slachtoffers zijn: de 31-jarige soldaat H. Custers uit de Heistraat die op 10 mei 1940 levensgevaarlijk werd gewond en op 11 mei 1940 is overleden in het ziekenhuis te Sittard.

De 22-jarige mijnwerker Th. Lebens uit de Heistraat die het leven verloor bij het bombardement van Geleen op 5 oktober 1942.

De 31-jarige joodse slager Alfred Lichtenstein die vanaf 1936 eveneens met zijn familie in de Heistraat woonde en na deportatie op 16 juli 1943 in het kamp Sobibor is overleden.

De 26-jarige Else Kaufman, echtgenote van A. Lichtenstein, die eveneens in Sobibor is overleden op 11 juni 1943.

De 2-jarige Helja Lichtenstein, dochtertje van Alfred en Else Lichtenstein, dat samen met haar moeder op 11 juni 1943 werd omgebracht.

De 26-jarige Renate Kaufman, schoonzus van Alfred Lichtenstein, overleefde op 30 september 1942 het concentratiekamp Auschwitz niet.

De 65-jarige Herman Kaufman, schoonvader van Alfred Lichtenstein, werd samen met zijn 53-jarige vrouw Sofie Levi op 21 mei 1943 in Sobibor om het leven gebracht.

De 24-jarige sergeant stoottroepen H. Konings die bij het uitoefenen van zijn militaire taken op 15 mei 1945 dodelijk verongelukte in Duisburg Duitsland.

 

Aansluitend aan dit dodenappel werd het Wilhelmus gespeeld en volgde de landelijke twee minuten stilte voor alle oorlogsslachtoffers en werd na een kort gedicht, voorgedragen door Fenne Soons en Merel Delahaye, de plechtigheid afgesloten met The Last Post gespeeld door Koen Thissen.

Woorden van dank maar mag zeker nog even genoemd worden de medewerking van basisschool de Leeuwerik met de 9 meisjes die de bloemen hebben gelegd t.w. Julia Caris, Shauny Theunissen, Ilke Sevenich, Fenne Soons, Lisa van der Heijden, Maartje Dijkstra, Anne Hochstenbach, Nickey Keulen en Merel Delahaye.

 

Namens de initiatiefnemers, Louis Heylighen.